Allereerst excuses voor het grote interval van schrijven in ons reisverslag. Maar zoals jullie misschien wel gemerkt hebben is ons reisverslag enkele dagen van het net geweest. Problemen bij onze provider hebben hiervoor gezorgd. Excuses ook als wij mail nog niet beantwoord hebben: onze mailbox was ook weg. Wij proberen nu via Freehosting alles terug te krijgen wat jullie ons gemaild hebben. Eventjes afwachten dus... Gelukkig draait ons reisverslag weer wel!
Vanuit Cuzco hebben we de nachtbus naar Puno genomen. Na Cuzco is Puno een tegenvaller: Vanuit een gezellige bruisende stad, kwamen we terecht in een industrieel gekrioel. Maar de ligging aan Lake Titicaca maakt het tot een gemakkelijke basis voor het bezoeken van de eilanden van ´s werelds hoogstgelegen meer. ´s Morgens vroeg kregen we in Puno direct al een aantrekkelijk aanbod om die dag de ´Floating Islands´ Tip te bezoeken. Doen dus maar...
De ´Floating Islands´ vormen een waanzinnig schouwspel. Tal van rieten eilanden lichten op tussen de enorme watermassa. Mensen leven op deze drijvende rieten eilanden. Zij leven daar enkel van riet: rieten huizen, rieten boten koken op riet, enz. Het lopen op de eilanden is een heel speciale ervaring. Mooi gezicht ook, die dansende huizen op de golven van Titicaca.
Het eiland Taquila was niet zo bijzonder. Wat wel heel apart is van dit eiland, is de traditionele levenswijze. De bewoners (in totaal 6 families= ongeveer 1200 mensen) hebben hun eigen kledij, gewoonten en rituelen. Aangezien er slechts tussen eilandbewoners getrouwd mag worden is inteelt er het grootste probleem. Verder lijkt alles er heel vredig en is hun wereld gewoon wat kleiner als die van ons.
Na Puno was Copacabana de volgende bestemming. Hiervoor moest de grens van Bolivia gepasseerd worden. Na ruim een maand Peru waren we helemaal klaar voor een andere cultuur. Het passeren van de grens ging gemakkelijk. De weg naar Copacabana was voornamelijk langs het meer Titicaca. Een mooi landschap die de grens vormt tussen de kust en de bergen. De besneeuwde bergtoppen die rondom het meer te zien zijn spannen de kroon... Copacabana is een klein stadje, eveneens aan de rand van Lake Titicaca. Absoluut het tegenovergestelde van Puno. Klein, gezellig en heel erg vroom. Het is een Pelgrimsoord, waar mensen van ver komen om vanalles in te laten zegenen. Wij waren erg verrast toen wij zagen hoe een twintigtal auto's door een oude pater werden gezegend. De mensen maken hiervan een groots feest. Versierde auto's, bespoten met (veel) bier, vuurwerk en er wordt veel bij gedronken.
Vanaf Copacabana is Isla del Sol Tip een vanzelfsprekend uitje. Wij besloten meer aandacht aan dit eiland te besteden en er een aantal dagen te verblijven. In twee dagen zijn we van het meest zuidelijke puntje van dit eiland gelopen naar het meest noordelijke puntje. Met 15 kilogram op de rug de steile hellingen beklimmen liet ons het echte backpacken beproeven. Maar het was een spectaculaire wandeling door mooie bergformaties en met de meest mooie uitzichtpunten over Lake Titicaca. Het eiland kent een tiental baaien die je doen denken aan de witte stranden van Griekenland. In een van deze baaien vonden wij onze -zeer eenvoudige- slaapplaats. Twee heerlijke dagen waren dit, die echt weer een hoogtepunt vormden van onze reis.
Terug in Copacabana werd onze aandacht getrokken door vrolijke muziek in een van de verlaten straten . De bron bleek een traditionele bruiloft te zijn. Enthousiast keken wij toe en werden vervolgens uitgenodigd het feest mee te vieren. Voor we het wisten zaten we temidden van de feestgangers cocabladeren te kauwen en Cerveza (bier) te drinken. En gedronken wordt er!!! (traditie hierbij is het in een keer achterover slaan van het glas en het laatste restje te schenken aan moeder aarde.) Vervolgens hadden we de eer om ongeveer twee uur lang naast het bruidspaar te dansen. Naarstig proberend dezelfde pasjes te maken, want we vielen immers al genoeg op... Uiteindelijk een unieke avond en zeker een hele eer om dit mee te mogen maken. De echte leuke dingen gedurende de reis zijn niet te plannen....
Uiteraard is Sinterklaasavond niet aan ons voorbij gegaan. Uit de zelfgemaakte chocoladeletters, hot choc, lokale ´kruidnoten´ en de gedichten die wij in onze schoenen vonden laten zien dat Sinterklaas ons ook dit jaar heeft weten te vinden...
Ons idyllisch Copacabana, waar we ons al aardig thuis begonnen te voelen, moest plaats maken voor de weelderige stad, La Paz, hoofdstad van Bolivia. Jammer, vooral omdat de omgeving van Copacabana ons nog lang niet verveelde. We hebben daar zelfs onze eerste wilde papagaaien mogen aanschouwen.
La Paz viel ons in eerste instantie heel erg tegen. De entree was dan ook wel heel erg armoedig, vies en rommelig. Maar eenmaal in het bruisende centrum, blijkt deze stad ook zijn charmes te hebben. Een Pena (lokaal feest) past precies in deze sfeer. Daar wilde we natuurlijk ook even van meeproeven. Vrolijke muziek, temperamentvolle dansers en prachtige kleding vulden onze avond. De volgende dag was een van de weinig bezochte attracties van La Paz aan de beurt. Met de bus (dat valt niet mee) op weg naar ´Valle de la Luna´. Deze vallei van de maan doet zijn naam eer aan. Witte rotsen van zavel afgewisseld door gaten van meters diep doen je denken aan hoe maanlandschap eruit zou moeten zien. Klauteren door dit landschap is heel bijzonder.
Een wandeling van ongeveer zes uur door een andere vallei zou onze volgende dag moeten vullen. Helaas nam de zoektocht naar de juiste bus die ons naar het startpunt zou brengen al enkele uren in beslag en gingen er ook nog eens erg weinig, die tot overmaat van ramp afgeladen vol waren. Dit werd niks... We besloten dus ons restje dag te besteden in de dierentuin. Deze ruim opgezette lokatie met zeer diervriendelijke verblijven was voor ons een complete verrassing. In landen waar de mensen het meestal matig tot slecht hebben, verwacht je niet dat ze zich bekommeren om dierenwelzijn...
Tot slot nog een kleine beschrijving van wat ons hier is opgevallen. Ten eerste de traditionele kledij, die -evenals in Peru- nog veelvuldig wordt gedragen. Vrouwen waden zich in een felgekleurde hoepelrok, een blouse met daarover een kleed en een bolhoedje.
De straten zijn gevuld met bedelaars. Omdat het meer geld opbrengt nemen kinderen hun blinde vader mee of nemen vrouwen de kinderen van andere vrouwen voor een dagje onder de hoede... Degene die niet bedelen proberen op allerlei manieren aan geld te komen. Zingen in de lokale bussen, schoenen poetsen, het verkopen van etenswaren, koken voor mensen op straat, enz. Aangezien wij momenteel (per ongeluk) in de tippelzone van La Paz verblijven worden wij elke avond met een nog andere manier van geld verdienen geconfronteerd. Gewaagd uitgedoste mannen (!) proberen als vrouw hun dagelijkse maaltijd bij elkaar te verdienen... Verder is het op straat een echte chaos: al het verkeer staat vast, bijna dagelijks wordt er geprotesteerd (wat weer de nodige opstoppingen met zich meebrengt) of is er een of ander festival. Het krioelt van de mensen op straat. Mensen wagen werkelijk hun leven door over te steken. Schoenpoetsers bieden je dagelijks tientallen keren schoongepoetste schoenen aan. Deze mannen dragen maskers die hun met lijm kapotgesnoven neus beschermd tegen de (voor hun) koude lucht.
We hebben nog enkele dagen tegoed in deze grote stad, waarna we naar Cochabamba of naar een plaatsje in de jungle zullen gaan. We zien nog wel....
Helaas is het ons niet gelukt onze mailbox terug te krijgen. Zou iedereen die ons gemaild heeft en geen antwoord heeft gekregen, deze mail opnieuw willen sturen? Onze excuses, maar we maken het goed door zo snel mogelijk te antwoorden.
We zijn nog een dagje in La Paz gebleven en hebben die bij de ruïnes van de Tiahuanaco (een cultuur in Zuid-Amerika net voor de welbekende Inca-cultuur) besteed. De ruïnes zijn anders dan de ruïnes van de Inca´s, met ondergrondse tempels, ceremoniële pleinen en metershoge beelden. Een heuse piramide laat je even wanen in Egypte te zijn. Alom de moeite waard. ´s Avonds hebben we de begraafplaats van La Paz bekeken. Heel apart, de graven zijn als flatgebouwen: zes graven hoog en honderd graven breed en zo een paar hectare vol.
De volgende dag waagden we opnieuw een poging om naar Palca te komen (zie ons vorige stuk). Dit keer met rugzak, zodat we er konden blijven indien er geen vervoer terug zou zijn. Vanaf Palca zou een enorme canyon ons eigen zijn. Helaas., alle -haastige- moeite was wederom tevergeefs. Er zouden die dag zelfs helemaal geen bussen rijden naar Palca.
Snuffelend in de Lonely Planet besloten we dan maar naar Coroico Tip te gaan. De tassen met bagage hingen immers al op de rug en we hadden ons die dag toch heel duidelijk als doel gesteld La Paz te verlaten. Een vriendelijke taxichauffeur zag ons driftig bladeren en bood hulp. Nog geen half uur later zaten wij al in de bus naar onze volgende bestemming. Coroico, ten noorden van La Paz, kan beschreven worden als een dorpje in jungle-achtig gebergte. Na La Paz was dit precies wat wij nodig hadden, besloen wij. De beschrijvingen in onze handige gids spraken boekdelen. Echter een beschrijving deed ons even aarzelen over de juistheid van onze gehaaste beslissing. De ´weg´ naar ons droomdorpje bleek de gevaarlijkste ter wereld te zijn!!! En hoe! Met klamme handjes hobbelend over het niet geasfalteerde wegdek langs de diepste afgronden. Maar bovenal: de mooiste busrit tot nog toe! Langs besneeuwde bergtoppen en door de dichtste jungle en zelfs onder watervallen door.
Eenmaal uit de bus konden we bij het aanvoelen van de tropische temperaturen onze lol niet op. Uiteraard werd een goedkoop hostel mét zwembad ons thuisfront. De eerste dag werden we tijdens onze eerste wandelroute verwend met een drietal watervallen en mooie stukken jungle. Een zeer verkwikkende dag.. Die bleken we nodig te hebben voor de volgende dag, op zoek naar de ´natural swimming pools´. Deze hebben we nooit gevonden, maar een verfrissende duik in de rivier was goed genoeg. Op de terugweg werden we ons plots bewust van een van de gevaren van de jungle, toen een gifgroene slang ons pad in volle snelheid kruistte. Wauw, ze zijn er dus toch!!
De laatste wandeltocht werden we verrast door ander roofwild, een tientallen roofvogels werden in de vallei door ons opgeschrikt en vlogen onrustig boven ons hoofd. Prachtig! ´s Middags moesten we ons oververhit en uitgeput tevreden stellen met een halfvol(?) zwembad..
De terugweg naar La Paz was wederom spectaculair, dit keer gezien vanuit de erezetels, naast de chauffeur. In La Paz diezelfde dag nog alle noodzakelijke dingen geregeld, zodat we de volgende ochtend vroeg naar Cochabamba zouden kunnen vertrekken. Maar bijna had onze bestemming van die volgende dag Copacabana geworden, als we er niet tijdig achter waren gekomen dat we de verkeerde bus te pakken hadden. Na een dag bussen kwamen we uiteindelijk toch nog in Cochabamba aan. Deze stad lijkt een van de welvarendste tot nog toe. Midden in de stad ligt een grote lagoon, die voor veel mensen een toevluchtsoord lijkt te zijn. Aangezien er in de stad naast veel herrie, winkels en eindeloze markten niet veel te doen is, waagden we ons de volgende morgen vroeg in de bus naar Incachaca. Hier is een prachtig stukje wolkenwoud te vinden, inclusief enorm woeste watervallen, hangbruggen en steile rotsen.
Vannacht hebben we opnieuw een onverwacht avontuurlijke bustocht beleefd op weg van Cochabamba naar Sucre. In de donkere nacht verloor onze bus een van zijn wielen, waardoor we in een klap naast de weg tot stilstand kwamen. Dit leverde nogal wat vertraging op. Gelukkig maakte een prachtige sterrenhemel de ellende een beetje goed. Nu zijn we -een paar uur later dan verwacht- toch in Sucre beland. Sucre wordt ook wel genoemd: Ciudad blanco de America (witte stad van Amerika). Hebben we toch nog een witte kerst. Prettige kerstdagen allemaal!!
In Sucre hebben we een geweldige kerst gehad. Maar net voor kerstavond hebben we nog even de tijd genomen voor Sucre´s grootste attractie: dinosaurus sporen! Met een heuse dino-truck beladen met ´Indiana Jones´, idem partner en wij al hobbelend de bergen in op zoek naar de befaamde voetstapjes. Op het verticale (?) versteende strand zagen wij hoe de dino´s zich van en naar de zee begaven, niet vermoedend dat jaren later deze sporen bewijs zou worden van hun mysterieuze bestaan. Verder waren her en der fossielen van miljoenenjaren oude visjes te bespeuren. Toch wel heel bijzonder...
´s Avonds -kerstavond- naar de kerk voor de nachtmis. De mis ging geheel op zijn katholieks, dus begrepen we nog wel het een en ander. Religieus Spaans is niet te volgen, gelukkig spraken ze af en toe ook nog wat Latijns.... Een groot verschil met onze viering is dat de mensen allen een ´babypopje´ meebrengen die ze laten zegenen. De viering draait verder om deze gezegende pop, die kindje Jesus voor moet stellen.
Verder zijn de kerstdagen hier gelijk aan de onze. Veel eten, drinken en familiebezoek. Het verschil is dat mensen hier gezamenlijk barbecuen in plaats van courmetten. Wij hebben eveneens heerlijk gegeten. Met een enkele waterkoker hebben we een geweldig diner klaargemaakt...
Na deze rustige en zonnige kerstdagen zijn we naar Buena Vista afgereisd. De reis van maar liefst 20 uur viel niet helemaal mee, maar dit keer een reis zonder avonturen. Alhoewel, de dorpjes van klei en riet, waar honden en varkens en honden de grootste bevolkingsgroep vormen, waren een leuke bezienswaardigheid tijdens onze pitsstops.
Buena Vista was goed voor twee dagen genieten van wat de tropische natuur te bieden heeft. De eerste dag hebben we ons langs de rivier gevestigd en genoten van de zon, het warme water en het uitzicht op het Nationale Park Amboro wat zich aan de overkant bevond. Aan het eind van de middag werd onze rust wreed verstoord toen vanuit de bomen op de helling achter ons takken naar beneden werden gegooid. Flauw, dachten we en stonden op het punt de mensen te manen te stoppen toen we beseften dat dit geen mensen waren. Het waren apen die ons bekogelden!!! Door het dichte struikgewas konden we net aan het profiel ontcijferen van deze etters. Blijkbaar zaten wij op de plek die zij als drinkplaats voor de late namiddag op het oog hadden... Na nog even van dit bijzondere contact te hebben genoten, hebben we dus maar de biezen gepakt om plaats te maken voor onze verre soortgenoten.
De volgende dag hebben we ons wederom in de rivier gewaagd. Dit keer om de 50 meter brede rivier door te waden naar de overkant, het Nationale Park in. Hier hebben we de grote diversiteit van de tropische natuur gezien. Prachtige bomen en struiken, kleurrijke bloemen en vlinders zo groot als een mensenhand. Helaas dit keer geen wildlife, als we tenminste de duizenden muggen daar niet toe mogen rekenen.
Op de terugweg, vijf kilometer lang over de Tampa-vlakte, hadden we meer geluk. Een katachtige, een papagaai en een toekan ondekten we in de open vlaktes van de Tampa.
Nu verblijven we voor een aantal dagen in Santa Cruz, waar we de jaarwisseling zullen vieren. In deze stad -waar het grote geld zit- is het altijd feest, zegt men. Laat staan tijdens de jaarwisseling.....
Iedereen in ieder geval een prettige jaarwisseling toegewenst.
We hebben in Santa Cruz een knallende jaarwisseling gehad! De rotjes die ze hier gooien, knallen zo hard, deze zijn vast verboden in Nederland. De luiaards, die op de plaza `in het wild` in de bomen hangen hebben heel wat te verduren gehad.... Wij trouwens ook. Op de plaza midden in de stad zijn we samen met twee Duitsers en twee Zwitsers en (appel)champagne het nieuwe jaar ingegaan. De feeststad Santa Cruz liet het op straat een beetje afweten. Maar ons eigen feestje was er niet minder om. De `echte` feesten waren binnen de muren en voor ons budget véél te duur.
Vanaf Santa Cruz zijn we met de trein naar Yacuiba gereisd. Niet alleen de treinreis was een hele belevenis, het kopen van de kaartjes was eveneens een strijd om leven en dood. Een degelijke rij voor het loket, dat kennen ze hier niet. Knokken voor de juiste kaartjes dus. De reis was slapeloos (`s nachts), maar aangenaam. Vooral de uitzwaaiende kinderen overal op straat waren een vrolijk tafereel.
In Yacuiba zijn we maar heel kort gebleven. Het ging ons vooral om de busrit die richting Tarija zou leiden. Deze busrit is erg indrukwekkend. Uren lang door de zuiderlijke jungle, gevolgd door het rotsachtige berglandschap rondom Tarija. In Tarija hebben we wederom een paradijsje ontdekt. In een prachtige vallei stroomt een wild riviertje. Na een avontuurlijke wandeling, klimmend, klauterend en springend van rots naar rots, kwamen we bij een 60 meter hoge waterval. Prachtig! We konden het niet laten om die 60 meter naar boven te klauteren en werden daar blij verrast door een heerlijk meertje, waar een verfrissende duik de hoognodige verkoeling bracht. In Tarija willen we nog twee dagen blijven, waarna Villazon aan de beurt is.
Een tijdlang geen reisverslagverhalen, omdat we door Boliviaans kleinste ´gaten´ zijn gereisd, waar als internetten al mogelijk is, het ongelooflijk duur is.
Na Tarija zijn we zoals voorspeld in ons vorige verhaal, afgereisd naar Villazon. Dit stadje ligt aan de grens van Argentinië, waar we uiteraard dankbaar gebruik van hebben gemaakt. Voor een aantal uur hebben we ons aan de andere kant van de grens gewaagd, in het plaatsje La Quiaca. Op zich niet veel bijzonders, mocht het niet zo zijn dat wij het geluk hadden dat die dag in dit plaatsje een ontmoeting plaatsvond tussen het Argentijnse en het Boliviaanse leger. De grens zelf was trouwens ook een hele bezienswaardigheid. Menselijke colonnes kruisen steeds opnieuw de grens naar Villazon met goederen op de rug, om zo de importheffing te ontduiken. Deze honderden smokkelaars die in een langgerekte lint de grens passeren, worden ´mieren´ genoemd. Eerlijk waar, daar lijkt het echt op!
Die middag zijn we met de ´bus´ naar Tupiza vertrokken. Dit was echt een rampenrit. De bus, die bij ons in het museum als antiek te bezichtigen zou zijn, was afgeladen vol. Niet alleen het aantal mensen was ver boven de maat, het aantal kilogram (werkelijk honderden) uien, peen, sinaasappels en aardappels op het dak bezorgde ons hartkloppingen. Bij iedere hobbel (en dat waren er heel wat...) zagen we het dak angstaanjagend inveren. Die avond gezellig samen met koorts naar bed: verschijnselen van voedselvergiftiging...
In Tupiza Tip hebben we een weekje besteed. Een tijdsbestek dat dit plaatsje zeker verdient. De omgeving is net het ´Wilde Westen´, maar al zou het als decor gebruikt worden in een westernfilm, dan zou je denken dat het niet echt was. Fantastische wandelingen tussen grillige rood-oranje gekleurde rotsen, die als vinnen uit de grond steken, indrukwekkende canyons die heel wat klauterwerk vereisten en bergen in alle kleuren die je je kunt voorstellen. Niet te vergeten de in bloei staande cactussen, die in dit landschap mooi afsteken.
Vanaf Tupiza was het weer een enorm avontuur in de bus naar Uyuni. ´s Morgens flinke vertraging, omdat we op brandstof moesten wachten. De Tupizaanse benzinestations stonden droog... Uiteindelijk toch op weg, maar met zo´n vreselijk gehobbel, dat je werkelijk heel je maagdarmkanaal kon voelen protesteren. Heel wat uurtjes te laat in Uyuni aangekomen, maar midden in de nacht toch nog een goed hostel weten te vinden.
Vanaf Uyuni hebben we de tweedaagse trip naar de Salt-lakes (zoutmeren) Tip gemaakt. Deze droogstaande meren bestaan uit een dikke (soms zelfs 6 meter) laag zout. Dit zorgt voor een prachtig aangezicht over de witte vlakte. Het dunne laagje water dat nu op het zoutmeer stond, zorgde voor een perfecte spiegeling van de lucht en de bergen rondom het meer. Tijdens deze trip, met een jeep dwars door het meer, hebben we eveneens een koraaleiland boordevol metershoge cactussen bezocht. De overnachting vond plaats aan de voet van een vulkaan in het plaatsje Jiriri.
De volgende dag kon efficiënt worden besteed door ´s morgens om 5 uur te beginnen met het beklimmen van de vulkaan. Wij bleken de enige enthousiastelingen te zijn van onze kleine groep voor deze urenlange wandeling. De zware tocht naar 5400 meter hoogte was ondanks de vroege uurtjes zeker de moeite waard. De eeuwige sneeuw bovenop was een aangename afwisseling van de warme dagen in Bolivia.
Nu bevinden we ons in Potosi . Opnieuw mag de busrit weer met de titel ´knullig´ worden bekroond. Deze bus, die naar de hoogste stad ter wereld moest klimmen, kon de hellingen niet aan. Steeds weer stonden we stil en moest de bus zich in rare posities manoeuvreren om weer op gang te komen. Een keer werd het zo gewaagd langs de afgrond, dat we zijn uitgestapt. Dit zorgde voor nog angstiger momenten, aangezien de geïrriteerde chauffeur er zonder ons (maar mét onze rugtassen) vandoor ging. Gelukkig zijn we toch nog samen met de rugtassen in Potosi aangekomen. Opnieuw veel te laat....
Vandaag hebben we ons voor een aantal uren onder de grond gewaagd in de mijnen van Potosi Tip. Hier hebben we de mijnwerkers onder de meest erbarmelijke omstandigheden aan het werk gezien. Ongelooflijk, deze onderaardse wereld.
Morgen vertrekken we naar La Paz en hopen van harte dat deze busrit het reisverslag niet meer zal halen.